Via de media wordt de bouwwereld over veel onderwerpen in een vroeg stadium geïnformeerd. Prima. Bij voorkeur met tenminste technisch juiste en controleerbare informatie. Zo niet dan wordt de lezer op het verkeerde been gezet en is de maatschappij in verwarring.

Ik pik er in deze column even twee uit die recent het bouw-nieuws vormden. “Nieuwe BENG-eis verkleint kans op oververhitting”. Zou dat al zo zijn, dan wordt er nog bij verteld dat deze eis op 1 juli 2020 in het Bouwbesluit 2012 zal zijn opgenomen. Wie weet dit zo zeker? De adviesorganen van de minister van BZK zijn nog niet geraadpleegd, laat staan dat er al een tekstvoorstel in procedure is gebracht. Een ministerraadbesluit is nog ver weg. De TK-leden moeten nog worden gehoord. Advies aan de Raad van State moet nog worden gevraagd en verwerkt. Dan moet het voorstel nog worden genotificeerd in Brussel. Incomplete informatie tot nu toe. Maar misschien komt er zelfs in het geheel geen wijziging in het betreffende Bouwbesluit. Om van een voornemen regelgeving te maken is ingewikkelder dan wetgeving toepassen. Om alvast maar enige vragen op te werpen die zeker gesteld gaan worden; – Hoe verhoudt zich dit voornemen tot circulair bouwen dat voor 2030 al voor 50% moet zijn gerealiseerd en voor 2050 voor 100%? – Wat heeft straks de eindgebruiker nog te vertellen over het bouwwerk waarin hij/zij woont of werkt?
Cobouw, 26 augustus 2019” Bouwers, maak je borst maar nat: ‘4500 proefprojecten met nieuwe wet’
Er blijkt een informele werkgroep van belanghebbenden bezig de door de Tweede en Eerste Kamer afgedwongen experimenten rond de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen voor te bereiden. Waarom is dit een informele werkgroep? Omdat de samenstelling zodanig is dat personen die werken aan hun eigen verdienmodel daarin de meerderheid vormen? Het Parlement heeft dit “verdienmodel” drastisch ingeperkt, maar of dat is doorgedrongen?
Waarom is trouwens een Bestuursakkoord nodig om alsnog datgene af te dwingen wat door de Tweede Kamer bij amendement is besloten? Waarom wordt er vervolgens niet in lijn met dat akkoord door het ministerie en de kwartiermakers gehandeld?
Waarom stellen we niet eerst een transparant, maatschappelijk gedragen vertegenwoordigend orgaan samen?
Dat zijn nogal indringende “waarom-vragen”.
En wat moet er aan vooraf gaan?

“Alvorens aan de voorbereiding van WkB-experimenten te kunnen beginnen, wordt eerst de
wetgeving in lijn gebracht met de door de Tweede Kamer aangenomen amendementen op de
wijze zoals het Parlement dat heeft bedoeld. Uitvoering wordt daarbij ook gegeven aan
unaniem aangenomen dan wel door de minister overgenomen moties.”
Uitgangspunt is dat private personen niet gaan over de handhaving van de wet, maar de
overheid. Dat daarvoor zelf waarnemen, beoordelen en zonodig interveniëren door de
overheid voor nodig is, is vanzelfsprekend. Zeker voor de risicovolle handelingen tijdens het
bouwen. Ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State benadrukt bovenstaande
publiekrechtelijke taak (ECLI:NL:RVS:2019:1775).
Om het systeem betaalbaar te houden zullen Erkende Technische Goedkeuringen voor 80%
van de handelingen in de bouw nodig zijn. De aannemer wordt in de WkB immers 100%
aansprakelijk gesteld voor “bouwfouten” gedurende 20 jaar. Dan heeft hij wel wat hulp nodig
om zijn risico’s in te perken, temeer de kennis van de regelgeving bij velen te wensen
overlaat.
Het uitgebreide artikel in de Cobouw strookt dus niet met de parlementaire besluiten en
daarmee de voorgenomen experimenten evenmin
Een transparante overheid? In deze twee items laat ze nogal wat steken vallen
Tenslotte. De constructeur van het AZ-stadion beweerde bij hoog en bij laag dat het
constructief aan het ontwerp voldeed. Inmiddels is al duidelijk dat dit niet het geval is, hoewel
we het naadje van de kous nog niet weten. Wat zegt dit over de beoogde kwaliteitsborger, die
de hedendaagse adviseur is?
Dr. ir. N.P.M. Scholten
Senior expert bij Expertisecentrum Regelgeving Bouw